Spaanse werkwoorden

Ga je binnenkort met vakantie naar Spanje en wil je meer leren over de Spaanse taal? Hieronder vind je de belangrijkste Spaanse werkwoorden, woorden die je vaak zult moeten gebruiken als je je verstaanbaar wilt maken in het Spaans. Als je de woorden in het Spaans ziet staan, weet je niet altijd hoe je ze moet uitspreken. Gebruik dan eens Google Translate, je kunt alle Spaanse werkwoorden laten uitspreken en zo je Spaans oefenen. Bekijk hier info over Spaanse Grammatica

Belangrijkste werkwoorden in het Spaans

Loop je op de markt en wil je iets kopen? Het Spaanse woorden voor kopen is “comprar”. De vervoeging van het werkwoord comprar is als volgt:

Ik koop – compro
Jij koopt – compra
Hij koopt – él compra
Wij kopen – compramos
Jullie kopen – compra
Zij kopen – compran

Hieronder enkele veel gebruikte Spaanse werkwoorden met de vervoegingen.

Spaanse werkwoorden

Persoonsvormverkopenkijkenbetalenwerkenhebben
Hele werkwoordvendermirarpagartrabajotener
ikvendomirocómo pagoyo trabajotengo
jijusted vendese miraque se pagase trabajausted
hijque vendemirapagatrabajaque tiene
wijvendemosmiramosprestamostrabajamostenemos
jullieusted vendese miraque se pagase trabajatienes
zijque vendense venque pagantrabajanellos tienen

Verbanden tussen werkwoorden

Je ziet dat er verbanden zijn, maar ook dat het oorspronkelijke woord in de vervoeging heel anders wordt, bijvoorbeeld bij wij betalen. Spaans is dan ook niet een heel gemakkelijke taal. Op het internet vind je veel websites met informatie over de Spaanse taal, werkwoorden en de vervoegingen en informatie over uitspraak en grammatica.

Handige tool werkwoorden leren

Op deze site bijvoorbeeld, vind je een handige tool voor het leren van werkwoorden in het Spaans voor beginners. Zoals je hierboven in de tabel hebt kunnen zien, worden persoonlijke voornaamwoorden niet altijd gebruikt. “Ik koop” bijvoorbeeld, wordt in het Spaans vertaald naar “vendo”. In het woord “vendo” is het persoonlijk voornaamwoord “ik” al verwerkt. Persoonlijke voornaamwoorden worden in het Spaans meestal alleen gebruikt om de nadruk te leggen. Het woord “ik” is in het Spaans “yo” en zoals je ziet wordt deze uitgang al verwerkt in de betreffende vervoeging van het werkwoord: vendo, miro, tengo.

Het werkwoord “zijn” kent in het Spaans twee vertalingen: “ser” en “estar”. Wanneer gebruik je welke vorm? Op bovenstaande website vind je hierover ook veel informatie. Ser wordt voornamelijk gebruikt als je het hebt over identiteit: geslacht, nationaliteit, beroep of afkomst. Verder wordt ser gebruikt als je wilt aangeven waarvan iets is gemaakt of wilt zeggen wiens eigendom een bepaald voorwerp is.

Estar wordt gebruikt als je de plaats van iets of iemand wilt aangeven, voor het uitdrukken van gevoel, stemming en emotie en voor het aangeven van je burgerlijke staat. Kortom, het werkwoord “zijn” is een lastig onderdeel van de Spaanse taal en het zal wel enige oefening vergen indien je het op de juiste manier wilt gebruiken en vervoegen.

Een andere handige website voor het leren van de Spaanse taal, de meest gebruikte werkwoorden en hun vervoegingen en andere informatie is deze site.
Je vindt op deze website naar de informatie over werkwoorden ook leuke filmpjes, informatie over Spaanse uitdrukkingen en een apart gedeelte waar je je Spaans kunt oefenen.

Kijk ook eens bij:

>> Boeken Spaans leren
>> Spaans voor beginners

Google Translate als werkwoord vertaler

Behalve Google Translate kun je tegenwoordig ook kiezen uit apps voor op je telefoon waarmee je onderweg kunt vertalen. Je moet dan natuurlijk wel internet hebben. Gelukkig is een internetbundel tegenwoordig betaalbaar, mits je in Europa bent. Daarbuiten is internet nog steeds duur. Met een combinatie van thuis leren en oefenen, het je eigen maken van de belangrijkste werkwoorden en hun vervoegingen, gecombineerd met Google translate en een app op je telefoon kom je een heel eind als je Spaans wilt leren spreken.